Zoeken
Evangelie volgens Matteüs 25,3 - Want de domme namen wel hun lampen mee, maar geen olie;
Evangelie volgens Matteüs 25,8 - De domme zeiden tegen de verstandige: Geeft ons wat olie, want onze lampen gaan uit.
Evangelie volgens Matteüs 25,4 - de verstandige echter namen met hun lampen tevens kruiken olie mee.
Spreuken 24,20 - want voor de boze is er geen toekomst en de lamp van de zondaars gaat uit.
1 Samuel 15,26 - Maar Samuël zei tot Saul: `Ik ga niet met u mee, want u hebt het woord van Jahwe verworpen en nu heeft Hij u verworpen; u zult geen koning meer zijn over Israël.'
Exodus 35,14 - de luchter voor de verlichting met alle toebehoren, de lampen en de olie voor de verlichting;
Genesis 46,6 - Ook hun veestapel en hun bezittingen namen ze mee, al wat ze in Kanaän verworven hadden. Zo trok Jakob met al zijn nakomelingen naar Egypte.
Hooglied 1,4 - Trek mij mee, laat ons vluchten, neem mij mee, o koning, in uw vertrekken! Wij willen juichen, ons met u verblijden, wij willen zingen van uw liefde, zoeter dan wijn: iedereen moet wel van u houden!
Deuteronomium 20,4 - Want Jahwe uw God trekt met u mee, om voor u tegen uw vijanden te strijden en u te redden.'
2 Kronieken 23,8 - De levieten en heel Juda deden alles wat de priester Jojada geboden had; ieder nam zijn mannen mee, zowel degenen die op sabbat dienst moesten doen, als degenen die op sabbat zouden inrukken. Want de priester Jojada had de afdelingen geen vrij gegeven.
Apokalyps / Openbaringen 22,5 - Er zal geen nacht meer zijn en zij behoeven geen licht meer van lamp of zon, want God de Heer zal over hen lichten, en zij zullen heersen in de eeuwen der eeuwen.
Evangelie volgens Lucas 10,4 - Neemt geen beurs mee, geen reiszak, geen schoeisel; en groet niemand onderweg.
Genesis 43,12 - Neem ook twee keer zoveel geld mee, want ook het geld dat in je zakken teruggelegd was moet je mee terugnemen; misschien was het een vergissing.
Exodus 39,37 - de luchter van zuiver goud met de lampen - de hele reeks - met alle toebehoren en de olie voor de verlichting,
Rechters 5,21 - De Kison sleurde hen mee, het geweld van de Kison spoelde hen weg. Verder moet ik, onversaagd.
2 Kronieken 16,6 - Koning Asa liet nu alle Judeeërs oproepen. Zij namen de stenen en het hout dat Baësa voor de versterking van Rama had gebruikt mee, en versterkten daarmee Geba en Mispa.
2 Kronieken 14,10 - Nu riep Asa Jahwe, zijn God, aan en zei: 'Jahwe, buiten U is er niemand die de machteloze kan helpen in zijn strijd tegen een overmacht. Help ons, Jahwe, onze God, want wij steunen op U; in uw naam zijn wij opgerukt tegen deze geweldige menigte, Jahwe, Gij zijt onze God; laat geen sterveling iets tegen U vermogen.'
Rechters 21,12 - Onder de inwoners van Jabes in Gilead vonden zij vierhonderd huwbare meisjes die nog geen gemeenschap met een man gehad hadden. Die namen ze mee naar het kamp in Silo, in Kanaän.
Numeri 6,12 - hij moet zich opnieuw aan Jahwe wijden voor de dagen van het nazireaat en hij moet een mannelijk lam van nog geen jaar als schuldoffer aanbieden. De vorige dagen tellen niet meer mee, omdat zijn nazireaat onrein is geworden.
Exodus 33,3 - en Ik zal u brengen naar een land van melk en honing. Maar zelf trek Ik niet met u mee, want gij zijt zo'n halsstarrig volk dat Ik u onderweg zou kunnen vernietigen.'
Wijsheid van Jezus Sirach 30,10 - Lach niet met hem mee, want dat brengt u leed en tenslotte maakt gij uw tanden stomp.
Ezechiël 1,20 - ze gingen naar waar de geest hen dreef, en de wielen verhieven zich gelijktijdig mee, want de geest van de levende wezens beheerste ook de wielen.
Handelingen van de Apostelen 10,20 - Ga terstond naar beneden en reis zonder bedenken met hen mee, want Ik heb hen gezonden.”
Handelingen van de Apostelen 21,36 - Want de mensenmassa liep mee, luid schreeuwend: “Weg met hem!”
2 Korintiërs 4,10 - Altijd dragen wij het sterven van Jezus in ons lichaam mee, want ook het leven van Jezus moet in ons lichaam openbaar worden.
1 Korintiërs 9,2 - Al ben ik voor anderen geen apostel, voor u toch zeker wel; want gij zijt in de Heer het zegel op mijn apostelschap.
1 Korintiërs 14,14 - Want in zulk een toestand bidt mijn geest wel, maar mijn verstand heeft er geen deel aan.
Numeri 5,15 - dan moet die man zijn vrouw bij de priester brengen en voor haar een tiende efa gerstemeel als offergave meebrengen. Hij giet er geen olie over uit en voegt er geen wierook aan toe, want het is een offer van jaloezie, dat de zonde in herinnering brengt.
Exodus 27,20 - Geef de Israëlieten opdracht, u zuivere olie, uit gestoten olijven, voor de verlichting te brengen, zodat er altijd een lamp kan branden.
Numeri 4,9 - Met een blauwpurperen kleed bedekken zij de luchter, samen met zijn lampen, snuiters, bakjes en alles wat voor het branden van olie nodig is.
Spreuken 6,23 - Want de voorschriften zijn een lamp, de lering is een licht en opwekkingen tot tucht zijn een weg naar het leven,
2 Koningen 23,34 - Farao Neko verhief Eljakim, de zoon van Josia tot koning, als opvolger van zijn vader Josia, en hij veranderde zijn naam in Jojakim. Joachaz nam hij mee, en toen deze in Egypte was aangekomen, stierf hij daar.
Deuteronomium 18,22 - Wel, als een profeet beweert in de naam van Jahwe te spreken, maar wat hij gezegd heeft gebeurt niet en komt niet uit, dan is dat woord geen woord van Jahwe, maar van die onbeschaamde profeet. Voor zo iemand moet gij geen ontzag hebben.
Deuteronomium 14,8 - Evenzo het varken, want het heeft wel gespleten hoeven, maar het is geen herkauwer; het geldt dus als onrein. Het vlees van deze dieren moogt ge niet eten en hun kadavers niet aanraken.
Wijsheid van Jezus Sirach 8,6 - Tast geen oude man in zijn eer aan, want wij worden misschien ook wel oud.
2 Makkabeeën 14,8 - Op de eerste plaats ben ik oprecht bezorgd voor de belangen van de koning, maar vervolgens gaat ook het welzijn van mijn landgenoten mij ter harte, want door het domme drijven van genoemde mannen heeft heel ons volk veel te verduren.
Rechters 3,25 - Zij bleven wachten, maar tenslotte werden ze er verlegen mee, want hij deed de deur van de bovenzaal maar niet open. Toen gingen zij de sleutel halen om de deur open te maken, en daar lag hun meester dood op de grond.
1 Samuel 1,22 - ging Hanna niet mee, want - zei ze tot haar man - `ik ga de jongen pas brengen als hij aan je borst ontwend is; dan zal hij voor Jahwe treden en altijd bij Hem blijven.'
Ezechiël 1,21 - Als de levende wezens zich verplaatsten bewogen de wielen zich mee, en als de levende wezens stilstonden, stonden ook de wielen stil, en als de levende wezens zich van de grond verhieven, verhieven zich ook de wielen, want de geest van de levende wezens beheerste ook de wielen.
Daniël 13,50 - Daarop ging al het volk haastig naar de rechtszaal terug. Daar zeiden de oudsten tot Daniël: 'Neem plaats in ons midden en deel ons je bedoelingen mee, want God heeft je het gezag van de ouderdom verleend.'
Numeri 4,16 - Eleazar, de zoon van de priester Aäron, heeft toezicht op de olie voor de lampen, op het geurige reukwerk, op het dagelijks meeloffer en op de zalfolie, op heel de woning en al wat er in is, het heilige en al wat erbij hoort.
1 Kronieken 28,3 - Maar God heeft mij gezegd: Gij moogt geen huis bouwen voor mijn naam, want ge hebt veel oorlogen gevoerd en bloed vergoten.
Psalmen 72,17 - En in eeuwigheid blijve zijn naam, worde voortgeplant zolang de zon staat; tot een zegenspreuk moge hij zijn: want geen volk of het prijst hem gelukkig.
Jacobus 2,11 - Want Hij die gezegd heeft: Gij zult geen overspel doen, heeft ook gezegd: Gij zult niet doodslaan. Wanneer gij dus geen echtbreuk pleegt maar wel doodslag begaat, zijt gij toch een overtreder van de wet.
Genesis 29,34 - Zij werd nog eens zwanger, baarde weer een zoon en zei: `Ditmaal zal mijn man zich wel aan mij gaan hechten, want ik heb hem drie zonen geschonken.' Daarom kreeg hij de naam Levi.
Maleachi 1,14 - Vervloekt de bedrieger, die een mannelijk dier in zijn kudde heeft en die dat wel belooft, maar de Heer toch een minderwaardig offer brengt, want Ik ben een grote koning, zegt Jahwe van de machten, en mijn naam wordt gevreesd onder de volken.
2 Kronieken 29,7 - Zelfs hebben ze de poort van de voorhal gesloten en de lampen gedoofd; ze hebben geen wierook gebrand in het heiligdom en er geen brandoffers opgedragen voor de God van Israël.
1 Koningen 11,36 - Een stam laat Ik echter aan zijn zoon, opdat mijn dienaar David altijd een lamp voor mijn aangezicht zal hebben in Jeruzalem, de stad die Ik Mij uitverkoren heb om er mijn naam te doen wonen.
Deuteronomium 31,6 - Wees sterk en moedig, wees niet bang en heb geen schrik voor hen, want Jahwe uw God trekt zelf met u mee: Hij geeft u niet prijs, Hij laat u niet in de steek.
Rechters 4,9 - Zij zei: `Dan ga ik mee; maar de tocht die u onderneemt zal u geen roem brengen, want aan een vrouw levert Jahwe Sisera over.' Toen ging Debora met Barak naar Kedes.